Natuur én luxe

Toen we hier twintig jaar geleden kwamen wonen was er eigenlijk niets. Ja, een overweldigende natuur: garrigue, een wild stromende rivier met rotsen en kiezelstrandjes. Weids uitstrekkend land met wijngaarden en hier en daar een dorpje dat langzaam maar tevreden in elkaar zakte. Zelfs de meest nabije stad gleed zichtbaar, maar zonder weerstand, af naar de vergetelheid.

Voor mij was dit synoniem met mijn nieuwe leven. In één klap was alles wat neigde naar luxe of comfort van de aarde verdwenen. De interieurs van mooie restaurants, de steeds weer nieuwe meubels van mijn vrienden in Haarlem en Amsterdam, alles behoorde opeens tot een andere planeet. In de wijde omgeving was geen winkel te bekennen die me zou kunnen verleiden tot de minste aankoop. Een avond uit eten bracht ons naar restaurants met papieren tafelkleedjes en plastic stoelen. Ik begreep dat ik niet alleen van land was veranderd maar ook van levensstijl.

Dat kwam goed uit, want ik was van plan om de meest rustieke aller wijnboeren te worden. Als Nederlandse, maar ook als vrouw, was ik een absolute buitenstaander in dit nieuwe beroep. Op de landbouwschool zorgde ik er voor mijn fancy kleertjes uit Amsterdam in de kast te laten. Toen ik eenmaal zelf op het land en in de kelder werkte dacht ik nooit meer dan een spijkerbroek en een T-shirt nodig te hebben.

Inmiddels zijn we vele jaren verder. Ik weet nu dat je wijn niet alleen moet maken, maar ook moet zien te verkopen. Op wijnbeurzen verwacht niemand dat je in een oude spijkerbroek komt aanzetten. En in de Michelin-restaurants waar de wijnen op de kaart staan nog minder. Het was alsof de omgeving met me mee veranderde.

Gisteren postte ik op de Instagram-pagina van het domein een foto van een royaal zwembad in de tuin van een gerestaureerd kasteel. Een luxe vakantiebestemming, zeker, maar dan op nog geen twintig minuten van huis. Een kerstdiner en een overnachting met mijn associatie van vrouwelijke wijnmakers, een ochtend in de spa en ik was in een andere wereld. Tien jaar geleden stond deze plek langzaam in te zakken, nu kan iedereen ervan genieten. De volgende dag rij ik over smalle weggetjes naar de torens die ik al van ver boven de bomen zie uitsteken. Eigenaresse van het château Delphine, die ik leerde kennen via onze kinderen, is een binnenhuisarchitecte uit Parijs met een smaak waar die van mijn vrienden van destijds bij verbleekt. Haar immense 17de-eeuwse kasteel prijkt in de meest ambitieuze interieurbladen, maar hier ga ik gezellig met een paar vriendinnen yoga doen. Ook op een kwartiertje van het domein.

Ik zwaai net een paar Nederlandse mensen uit die wijn zijn komen kopen. “Vroeger gingen we altijd naar de Provence,” zeiden ze, “maar dit is nu onze favoriete regio. Het is zoveel ongerepter.” En ze hebben gelijk natuurlijk. Het is een plezier om al die historische gebouwen gerestaureerd te zien, die plotselinge luxe. Maar de grootste charme van de regio is en blijft dezelfde: haar weidse, overweldigende natuur.

Lidewij van Wilgen is wijnmaker in de Languedoc op haar domein Terre des Dames. www.terredesdames.com