Voor mij is de oogst het hoogtepunt van het jaar. De grote kans die je als wijnmaker maar één keer per jaar krijgt. Deze keer stonden alle lichten op groen: in het voorjaar was regen gevallen, de nachten waren koud geweest, de druiven hadden schitterend langzaam kunnen rijpen en geen enkele ziekte had vat op ze gehad.
Ik dacht ook de oplossing te hebben voor de pluk: in plaats van de jongeren uit het dorp die met een joint achter hun oor de druiven van de struiken rukken en jonge Marokkanen die alleen met grote tegenzin voor een vrouw werken, had ik nu mensen gevonden voor wie druiven plukken paste bij hun levensstijl. Mijn dochter Marijn had me links gestuurd naar websites als ‘Van Life’ en ‘Travailleurs en Camion’ – gemeenschappen van twintigers en dertigers die in verbouwde busjes de wereld rondreizen en agrarisch werk doen waar zich dat aandient. De idyllische foto’s van het domein die ik in de vroege zomer op internet plaatste, hadden meer mensen aangetrokken dan ik zou kunnen gebruiken, opvallend genoeg vooral Italianen. Ik vermoedde de succesformule in handen te hebben.
‘Reken erop vanaf eind augustus beschikbaar te zijn’, zei ik in onze mailwisseling, denkende aan de laatste twee oogsten, die al half september eindigden. Maar zoals ik al zei: dit was een uitzonderlijk jaar.
Mijn dochter Fiene had een maand vrij genomen voor de oogst. Op 20 augustus begonnen we enthousiast onze tour door de wijngaarden, maar al na een paar druiven keken we elkaar vragend aan. Die waren echt nog lang niet rijp.
Ondertussen bleken de Italianen al onderweg te zijn. ‘Wanneer kunnen we ons installeren?’ Dag na dag probeerde ik mensen af te houden, maar al snel stond mijn hele parking vol met witte busjes in alle gradaties van vintage. De jongens en meisjes die tevoorschijn kwamen bleken opvallend aardig. Ze waren blij met de grote picknicktafel die ik voor ze had gekocht, de warme douche en de flesjes wijn. Maar natuurlijk waren ze hier niet voor niets. Een dag wachten is een dag geen inkomen.
Toen de analyse van de druiven aangaf dat de grenache blanc technisch rijp was kon ik geen weerstand meer bieden; we begonnen. Maar zodra ik in het donker een paar druiven herproefde sloeg de twijfel toe. Ik liet een paar eerste kistjes op de sorteertafel legen en Fiene en ik wisten het zeker: hiermee zouden we nooit een uitzonderlijke wijn kunnen maken. De stress vloog me aan en we renden naar de wijngaard: ‘Sorry, maar we leggen alles stil.’
De feeststemming op de parking sloeg om in de zware druk van stil verwijt. ‘Andere domeinen plukken wel gewoon op een vaste datum.’ En inderdaad, wat hadden zij te maken met ons streven naar perfectie? “U doet het juist goed”, zei Jean-Louis, de oudste plukker die wel uit het dorp kwam en al snel mijn rots in de branding werd. Ik vond werk voor de Italianen bij andere wijnboeren, maar uiteindelijk moesten ze een voor een door naar de Bourgogne.
Als noodoplossing werden nu via Jean-Louis en Loïc vage kennissen opgetrommeld. Aardige mensen uit de omgeving die als één blok achter ons stonden en het opvallend goed met elkaar konden vinden. ‘Reken op mij voor volgend jaar’, zei de een na de ander na afloop van het oogstfeest. Een jaar is nog ver weg, ik weet het, maar voor nu durf ik even te dromen… Zou ik eindelijk mijn team hebben gevonden?
Archief