“Mijn zus heeft een vriendin, Mathilde, die precies zo is als jij”, zegt een vriend uit Parijs. “Oh ja?” zeg ik, alvast een beetje sceptisch. Het verhaal dat volgt bevestigt mijn vermoeden. Wat een heerlijke week had de zus op het wijndomein gehad. ‘s Ochtens met een groep Parijse vrienden een beetje druiven plukken, Mathilde die heerlijke lunches en diners maakt, het genot van de warme nazomer onder de Provençaalse zon; het zwembad nog net op de juiste temperatuur.
“Dat klinkt fantastisch ja,” hap ik toe, “maar ik zie niet helemaal de vergelijking met mij. Mathilde lijkt me niet degene die de wijn maakt?”
Inderdaad nee, ze heeft een maître de chai, een wijnmaker, die het werk in de kelder doet. “En heeft ze met zo veel gasten tijd om zich met de druiven bezig te houden?” Nee, de hele productiekant doet de regisseur, de man die ook de wijngaarden beheert. “Ah oui, je vois”, zeg ik neutraal, terwijl in mijn hoofd die hele Mathilde al is afgekaart als iemand die dus absoluut geen vigneronne is.
Natuurlijk ben ik dat zelf wel. Ik begon mijn opleiding als wijnmaker toen ik nog niet zo lang uit Nederland weg was. Na mijn verwende carrière in de reclame had ik vrij extreme ideeën over het natuurleven dat ik hier zou gaan leiden. In de zomer stond ik vanaf zes uur ’s ochtends plantjes op te binden of overtallige scheuten weg te halen. Ieder jaar zag ik het resultaat van mijn ingrepen en begon ik mijn wijngaarden beter te begrijpen. Maar met de tijd drong er ook iets anders tot me door: het is leuk om de hele dag in het veld te zijn, maar iemand moet de wijn verkopen. En wie kon dat anders zijn dan ikzelf? Inmiddels heb ik seizoenarbeiders voor de wijngaarden. Beginners zie ik vaak denken dat ze die grote blonde vrouw wel in hun zak kunnen steken. Maar zodra ik ze aanspreek op technische details is dat over. We spreken dezelfde taal.
In de wijnkelder is het anders. Mijn werkman, Jean-François, had zijn eigen wijngaarden voordat hij bij mij werkte. De druiven gingen naar de cave coopérative, waar de wijn gemaakt werd. Toen ik hem leerde kennen had hij nog nooit een vinificatie gedaan, en beetje bij beetje heb ik hem alles moeten leren. Het maakt dat ik per definitie de eindverantwoordelijke ben, en ik vind het ook een plezier om zelf de druiven uit te zoeken, te proeven en beslissingen te nemen over het wijnmaken. Natuurlijk zijn de bakken druiven zwaar en is het heftig om met slangen te zeulen, maar het is mijn wijn en ik vind het normaal om dat zelf te doen.
Vandaag kwam mijn Nederlandse importeur, Xavier van Okhuysen, langs om de oogst te filmen. Vijf gasten, veel actie, en voor ze weggingen een uitgebreide lunch in de schaduw oor het huis. In de kelder legde ik twee jongens uit hoe ze een wijn moesten overpompen en ze begrepen het meteen. Jean-François was er om te controleren, met een gerust gevoel liep ik naar het huis en schoof aan tafel. Midden in de oogst en daar zat ik: aardige mensen, lekker eten en een goed glas wijn. Die Mathilde heeft het heel goed begrepen eigenlijk.
Archief