Remke de Lange is journalist, vinoloog, wijndocent en sommelier. In Australië en Zuid-Afrika maakte ze zelf wijn: Rem’s Row.
Zoete wijn heeft het niet makkelijk. Dat is nog geen reden om Roussillon dan maar te vergeten. Sterker, Frankrijks meest zuidelijke wijnstreek barst van de moderne wijnen die een perfecte aanvulling zijn op de traditionele zoete.
Zelfs in een streek met 250 dagen zon en een steeds droger, warmer klimaat blijkt de gris zonder morren frisheid, zelfs wat groene hartigheid te bieden
Toen Bruno Cazes twaalf jaar geleden bij Cave l’Étoile kwam te werken, trof hij op de grote zolder van de coöperatie midden in het kustplaatsje Banyuls, honderden vaten wijn aan. Niemand wist precies wat erin zat. Oude zoete wijn, zoveel was duidelijk. Van jaargangen die teruggingen tot 1945. Cazes begon aan een intensieve inventarisatie. “Het heeft me twee jaar archiefonderzoek gekost. En héél veel proeven”, lacht de directeur. Nu herbergt de zolder een unieke oenothèque van historische wijnen. In grote mandflessen staan ze keurig opgesteld, een fraai kaartje met jaartal om de hals. Stuk voor stuk nog heerlijk drinkbaar. Wil je een fles uit, zeg, 1954 of 1978, dan wordt die op verzoek gevuld.
Handwerk
De zoete rode wijnen uit het zuiden van Roussillon, gemaakt rond kustplaatsje Banyuls en het landinwaarts gelegen Maury, zijn beroemd. Banyuls-sur-Mer, dicht tegen de Spaanse grens, kreeg al in 1936 een beschermde oorsprongsbenaming, of appellation, voor de versterkte wijnen die er al eeuwen worden geproduceerd. Hoe dat gaat? Met behulp van mutage: tijdens de vergisting voeg je alcohol toe aan de most, waardoor de gistactiviteit stopt. Het druivensap heeft dan nog onvergiste suikers. Voilà: zoete wijn, of vin doux naturel (VDN). Vergelijkbaar met port, maar vaak frisser, minder stroperig en lager in alcohol.
Maar ja, zoete wijn. De wijndrinker van nu wil droog. En het is al niet makkelijk om hier wijn te verbouwen (hoewel het droge klimaat werken zonder verdelgers goed mogelijk maakt: 25 procent van de wijngaarden in Roussillon is biologisch).
Wijnmaker Laurent Dal Zovo staat in een van zijn wijngaarden die steil aflopend in zee lijkt te verdwijnen. “Tractors? Onmogelijk. Zelfs voor een ezel is dit te lastig.” Smalle terrassen met een stenige bodem, lage opbrengsten, allemaal handwerk en tussen de stokken keienmuurtjes die bij zware regen nog wel eens instorten: met iedere haarspeldbocht in dit schitterende landschap groeit mijn bewondering voor wijnmakers die koppig vasthouden aan gekoesterde tradities.
Opkomende wijnstreek
Logisch dat ze tegelijkertijd iets anders proberen. Tegenover de 16 procent zoete wijn die Roussillon nu maakt, staat veertig procent droge kwaliteitswijn, blends van traditionele druiven zoals grenache noir en -blanc, syrah en carignan. (Een even groot aandeel bestaat uit droge landwijn van veelvoorkomende rassen als chardonnay en cabernet sauvignon). In de kelder van zijn domein Vial Magnères schenkt Dal Zovo even later naast zoet ook een serie erg goede droge wijnen in. Ze hebben wel een andere naam: op het etiket zie je Côtes de Roussillon staan, of Collioure. Net boven Banyuls gelegen, is het fraaie kustplaatsje dat zich beroept op een kunstenaarsverleden (Matisse schilderde er ‘Landschap bij Collioure’), de naamgever van droge wijnen. Levendige rode fruitbommetjes, en bovenal spannende witte gemaakt van een druif die je elders zelden ziet: grenache gris. Zelfs in een streek met 250 dagen zon en een steeds droger, warmer klimaat blijkt de gris zonder morren frisheid, zelfs wat groene hartigheid te bieden.
Dacht ik op bezoek te zijn in een wat vergeten streek die vaak ondankbaar in één adem wordt genoemd met buurregio Languedoc, misschien moesten we Roussillon maar beschouwen als een ‘opkomende’ wijnstreek om in de gaten te houden.
Archief