Als je permanent in Frankrijk woont heb je natuurlijk vaak familie, vrienden of collega’s uit Nederland aan de lijn. En héél vaak hoor ik dan dezelfde vragen. Als ’s morgens de telefoon gaat is steevast de eerste vraag: ‘Je zit zeker aan een lekker Frans croissantje?’ Als een collega me ’s avonds belt, is vaak de vraag: ‘Je hebt vast net een lekker flesje Franse wijn opengetrokken, maar mag ik toch even storen?’
De achterliggende gedachte: Fransen eten ’s morgens croissants en drinken ’s avonds wijn. Als u dat ook denkt – en als u dat ook graag wilt blijven denken – adviseer ik u om vanaf hier niet verder te lezen.
U bent er nog?
Oké, daar komt ie: croissants en wijn zijn geen gemeengoed (meer). Sorry.
Ik weet dat mythes hardnekkig kunnen zijn, maar het consumptiegedrag van Fransen is niet wat we vaak denken.
Om bij de ochtend te beginnen: de meerderheid van de Fransen (62 procent) eet dan (stok)brood, besmeerd met boter en jam. Gewoon simpel, vaak met koffie of thee. Slechts 24 procent kiest voor een croissant of een pain au chocolat, blijkt uit een peiling van onderzoeksbureau Odoxa. Opvallend: 4 procent smeert regelmatig pindakaas op het stokbrood. En ik maar denken dat dat puur Nederlands (en een beetje Amerikaans) was.
Dat brood overheerst, is niet zo gek. Voor de prijs van een gemiddelde goede croissant voor één persoon kan je ook een stokbrood voor de hele familie kopen.
En de Fransen weten ook wel dat de croissant nou niet echt een gezondheidskeurmerk heeft. Ik mocht voor een televisiereportage eens een bakker volgen die ’s morgens vroeg het deeg uitrolde en dat was schrikken. Per croissant wordt een hoeveelheid boter gebruikt die ik normaal nog niet in een maand wegwerk.
Dan de avond. De wijn. Allereerst: de consumptie van rode wijn is in Frankrijk in 10 jaar met 32 procent gedaald. En jongeren moeten er bijna helemaal niets van hebben. Bijna de helft van alle wijn in Frankrijk wordt gedronken door 55-plussers.
En als het dan over de huiselijke maaltijd gaat: in 2022 zei maar 58 procent van de Fransen wijn te drinken bij het eten. In 2015 was dat nog 73 procent. In wijnland Frankrijk mag je dat rustig een culturele revolutie noemen.
Die verandering heeft, net als bij de croissant, onder meer met de kosten te maken. Wie elke avond een fles wijn op tafel zet, ziet de rekening snel oplopen. En de koopkracht is en blijft één van de grootste zorgen van de Fransen.
Maar het is vooral een cultuuromslag. Franse jongeren hebben andere wensen (bier), een andere smaak (lichtere wijnen) en denken ook meer aan hun gezondheid dan hun ouders of grootouders deden (bio).
Natuurlijk: president Macron heeft weleens gezegd dat hij elke dag bij de lunch een glaasje wijn drinkt en ook mijn buurman schenkt elke avond braaf zijn glas vol. Maar dat is de anekdotiek die we graag willen horen. De echte tendens is duidelijk: de Fransen drinken minder wijn. En ze eten dus weinig croissants.
Klopt er dan helemaal niets meer van onze traditionele en romantische ideeën over het Franse eet- en drinkgedrag? Jawel hoor.
Wijn blijft geliefd, maar vooral bij speciale gelegenheden of als mensen uit eten gaan. En de croissant blijft voor Fransen een zalig extraatje dat ligt te lonken bij de bakker. Ideaal voor een zondagochtend thuis, of in dat Parijse café waar je hem ’s morgens, staand aan de bar met een kop koffie, mag opsmikkelen.
Archief