Onmisbaar groen

In een drukke stad heb je groen nodig. Met alleen beton en uitlaatgassen is het leven niet leuk, hoe mooi de musea en hoe gezellig de caféterrassen ook zijn. En laten nou in Parijs ongeveer drie keer zoveel mensen per vierkante kilometer wonen als in New York of New Delhi. Parijs is 105 km2 groot en telt ruim twee miljoen inwoners. Dat vinden best veel Parijzenaren verstikkend. Dus bomen en planten zorgen voor een beetje rust en ruimte.

Grappig feitje: de plek in Parijs met het meeste groen is de plek met het minste leven. Nergens staan namelijk zo veel bomen in de stad als op begraafplaats Père Lachaise: het zijn er meer dan vierduizend. Vijf tuinmannen en -vrouwen zijn er dagelijks in de weer.

Ik heb zelf twee favoriete parken in Parijs. De Jardin du Luxembourg is een park voor iederéén. Er zijn speeltuinen, tennisvelden en petanquebanen, maar ook picknickplekken, een museum en de romantische Fontaine Médicis. Van een heel andere orde is de elegante en symmetrische Jardin du Palais Royal, achter de Comédie Française. Een kleine oase vol charme. Ik was ooit op bezoek bij iemand die hier woonde, letterlijk: in een van de panden rondom het park. Het uitzicht op de bomen en de vijver was – ik kan het niet anders zeggen – adembenemend.

Maar ik wil het eigenlijk hebben over de twee grote bossen bij Parijs. Aan de zuidoostkant ligt het Bois de Vincennes, dat 995 hectare groot is. Aan de westkant ligt het Bois de Boulogne, zo’n 845 hectare. Ik ken beide bossen goed. Mijn oudste zoon ging naast het Bois de Vincennes wonen, mijn jongste zoon naast het Bois de Boulogne. Met de eerste wandelden we over de lange paden naar het eeuwenoude Château de Vincennes en huurden we een roeibootje in een van de meertjes. Met de tweede namen we de hond mee naar de plek in het bos – naast de paardenrenbaan – waar héél veel hondenliefhebbers komen om hun dieren samen te laten spelen.

In het drukke Parijs zijn mensen gehecht aan hun parken en bossen. En helemaal nu, met de klimaatveranderingen. Als er ook maar één boom ergens dreigt te sneuvelen, dan wordt er meteen een online petitie op poten gezet om die boom te redden. Dat was al zo bij het Champ-de-Mars naast de Eiffeltoren. Het park werd op de schop genomen, mede vanwege de aanstaande Olympische Spelen, en een twintigtal bomen moest gekapt worden. Een storm van protest stak op, een petitie werd 90.000 keer ondertekend en het gemeentebestuur gaf toe: de kettingzagen werden weer opgeborgen.

Nu speelt hetzelfde bij het Bois de Vincennes. De stad Parijs is er bezig met een ‘herinrichting’ van het bos. Sommige boomsoorten worden gekapt, mede omdat metrolijn 1 er wordt uitgebreid. Maar de tegenstanders noemen het ‘Disneylandisation’, omdat natuur zou moeten wijken voor recreatie. En als Fransen verwijzen naar iets Amerikaans bedoelen ze dat nooit positief. Ook hier roerden de actiegroepen zich en ook hier bond de overheid in. De uitbreiding van de metro is opgeschort vanwege ‘mogelijk aanzienlijke schade aan de natuur’.

Het is dan wel weer grappig dat midden in dat Bois de Vincennes elk jaar het popfestival We Love Green wordt georganiseerd, met tienduizenden bezoekers. Volgens de tegenstanders vertrappen die bezoekers de natuur, volgens de organisatoren is het festival juist bedoeld om het natuurbewustzijn te vergroten.

Mijn oudste zoon bewandelt de middenweg. Hij wandelt graag in het bos én gaat naar het popfestival.

Frank Renout is correspondent voor verschillende Nederlandse en buitenlandse media in Frankrijk, waaronder het ‘NOS Journaal’, het AD én hij is onze columnist!