De paria van Parijs

Hij was een miljardair toen die term nog nauwelijks bestond – “drie keer zo rijk als Bill Gates”, schrijft zijn biograaf. Hij leefde in de 17de eeuw en was een crimineel die zichzelf omhoog werkte en woonde in het gebouw dat nu het prestigieuze Ritz-hotel is. En toch kent bijna niemand hem: markies Antoine Crozat (1655-1738). De zoon van een rijke en meermaals veroordeelde bankier uit Toulouse. Hij ging net als zijn vader het zakenleven in en deed dat met ongekend financieel succes. “Met zijn netwerk en vermogen financierde hij oorlogen en staatsgrepen”, aldus biograaf Pierre Ménard. Begin 18de eeuw werd Crozat door Lodewijk XIV zelfs aangewezen als een soort alleenheerser in de Amerikaanse staat Louisiana, die toen nog Frans was. Er was alleen één probleem: Crozat lapte de wet aan zijn laars. “Hij ontvreemdde geld, deed twijfelachtige speculaties en manipuleerde mensen om aan de top te komen. Hij groeide uit tot de grootste slavenhandelaar van Europa en zette een internationaal handelsnetwerk op dat zeer winstgevend én illegaal was”, is te lezen in zijn biografie [Le Français qui possédait l’Amérique – La vie extraordinaire d’Antoine Crozat, milliardaire sous Louis XIV] (2017).

Crozat liet rond het jaar 1720 het huidige presidentieel paleis in Parijs bouwen, het Élysée. Dat was om zijn eigen dochter te huisvesten, die was getrouwd met de graaf van Evreux. Voor de [couleur locale]: die graaf was toen 38 en zijn echtgenote was 11 jaar oud. En de bouw van dat paleis werd dus betaald met geld dat was verdiend met de slavernij. “President Macron, u bent daar niet schuldig aan. Maar u woont wel omringd door luxe en goud die de keerzijde vormen van de hel die onze voorouders hebben doorstaan”, schreef actievoerder Louis-Georges Tin een paar jaar geleden in een open brief in het dagblad Libération. De brief kreeg weinig weerklank. En over het onderwerp werd ook nauwelijks meer gerept. Op de officiële website van het Élysée wordt alleen kort geschreven dat het beladen verleden van het gebouw ‘niet vergeten is’.

Ik kwam Antoine Crozat op het spoor toen we op een van onze favoriete pleinen in Parijs liepen. Dat is Place des Victoires, in het centrum, [rive droite]. Het is een prachtig rond plein, tachtig meter doorsnede, vlak bij de Galerie Vivienne. Huisnummer 3 op het plein is Hôtel de Soyecourt. Dat was het pand dat de markies eind 17de eeuw kocht, las ik toen ik de namen van de eigenaren van de paden opzocht. Kort daarna liet hij ook een gebouw neerzette op Place Vendôme, waar hij meer dan dertig jaar woonde. Dat is nu het Ritz. Maar nergens staan naamplaatjes waarop Crozat wordt genoemd als geldschieter. De markies was in zijn eigen tijd, 350 jaar geleden, namelijk al een paria. De Franse elite ging er in die tijd prat op aanzien, kapitaal en macht te hebben geërfd. Crozat was een handelaar, verdiende zijn eigen geld (vaak crimineel), en kocht titels als markies voor zijn familie om aanzien te verwerven. Hij liet zijn kinderen trouwen met leden van welgestelde Europese families. Kortom: hij werkte zich naar boven.

En nu, anno 2025, is zijn naam verbonden aan het Élysée, het Ritz en dat prachtige Place des Victoires, zonder dat iemand er weet van heeft. Het lot van de Franse slavendrijver.

 

Frank Renout is correspondent voor verschillende Nederlandse en buitenlandse media in Frankrijk, waaronder het ‘NOS Journaal’, het AD én hij is onze columnist!