Bij onze Auchan-supermarkt (met een duizelingwekkende 65 kassa’s) zijn nieuwe schappen neergezet. ‘Le Corner Français’ staat erboven. Het is vreemd dat het er half in het Engels staat, want de producten die er liggen zijn juist nadrukkelijk Frans en de bedoeling is dat de Fransen die kopen om hun eigen Franse economie te steunen.
Maar goed, ondanks het Engels vind ik het een lovenswaardig initiatief. Het is president Macron geweest die er de afgelopen jaren continu op hamerde: koop eigen waar. Met miljoenensubsidies worden Franse bedrijven die verhuisden naar lagelonenlanden zelfs aangemoedigd terug te keren naar de moederschoot, Frankrijk dus.
Een goed idee, maar toch. Mag ik er, als serieuze correspondent, twee kanttekeningen bij plaatsen?
De Auchan-aanpak is begrijpelijk, want niet alleen Macron maar Franse politici in het algemeen hameren er al jaren op dat we onze eigen producten en producenten moeten steunen – of het nou gaat om tomaten of Renaults. Maar als de Chinezen of de Amerikanen iets soortgelijks doen, dan schreeuwen Franse politici moord en brand.
Toen president Macron eind vorig jaar bij president Biden op bezoek ging had hij flinke kritiek op Bidens ‘buy American’-beleid, maar dat is precies hetzelfde als wat mijn Auchan doet op aanbevelen van Macron.
Ten tweede: bij die Franse ‘corners’ is het vaak opvallend stil. Het is er zelfs zó stil dat het Franse tv-journaal er een reportage over maakte. Wat bleek? Die ambachtelijk in Frankrijk gemaakte truien zagen er heel fraai uit maar waren voor de doorsnee Auchan-klant veel te duur. Twee schappen verder lag een Made in China-trui voor een kwart van de Franse prijs.
Dat is eigenlijk overal het probleem als het gaat om de ‘Koop Franse Waar’-campagne. De bedoelingen zijn goed, maar het is niet te betalen.
Een belangrijke reden daarvoor is een oude kwaal van de Franse economie: de belastingdruk. Die is enorm hoog in vergelijking met concurrenten. Frankrijk int vier keer zoveel bedrijfsbelasting als Duitsland doet, becijferde het Institut Montaigne, een liberale denktank.
President Macron doet z’n best. Hij zet in op belastingverlagingen maar de verschillen met buurlanden blijven groot. Het Franse kledingmerk Royal Mer zegt de omzet heel voorzichtig te zien stijgen dankzij Macrons pro-Frankrijk campagne. “Maar het blijft kwetsbaar: we kunnen niet dezelfde prijzen bieden als Aziatische producenten.” Kledingmerk Jules kwam met een Made in France-spijkerbroek (sorry: ze gebruiken zelf die Engelse woorden). “Ons concept ‘Made in France’ heeft een prijskaartje, maar we leveren wel kwaliteit en zorgen voor banengroei.”
Overigens biedt ‘Made in France’ geen garantie op een honderd procent Frans product. Een trui die is gemaakt met katoen uit Azië en is geverfd in Noord-Afrika en in Frankrijk daarna alleen nog in elkaar wordt genaaid: dat shirt mag zich gewoon officieel een Frans product noemen. De wet zegt: als het laatste deel van het productieproces maar Frans is.
En er is ook volop fraude. In Marseille werd vorig jaar 4,5 ton aan groenten en fruit in beslag genomen: de zogenaamd ‘Franse’ mandarijnen bleken niet uit Frankrijk te komen. Daar is ook al een naam voor bedacht, dit keer wel in het Frans: de mandarijnen waren francisé.
Het ministerie van Economische Zaken deed landelijk onderzoek naar producten die zich presenteren als ‘100 procent Frans’. In vijftien procent van de gevallen was sprake van fraude en oplichting: zelfs de ruime formulering in de wet werd niet eens nageleefd.
Archief